Iedereen heeft recht op aan AOW-uitkering (uitzonderingen daargelaten). En als je voor een baas hebt gewerkt heb je waarschijnlijk een werknemerspensioen opgebouwd. ZZp’ers daarentegen bouwen vaak alleen AOW op. Denk je dat dit niet genoeg is om na je pensionering van rond te komen? We hebben 6 manieren waarmee je het pensioen kunt aanvullen.

Op de site mijnpensioenoverzicht.nl kun je zien hoeveel pensioen je hebt opgebouwd. Op de site van het svb kun je zien hoeveel AOW je hebt opgebouwd.

1. Sparen met lijfrente of banksparen

Als je met regelmaat geld opzij wilt zetten voor je pensioen dan is bankspaarrekening of lijfrenteverzekering een optie. Met deze producten betaal je maandelijks een premie, wanneer je de pensioenleeftijd bereikt koop je met het gespaarde geld een lijfrente. Een lijfrente is een uitkering die loopt totdat je overlijdt, er zijn tegenwoordig ook lijfrentes die een vast aantal jaren uitbetalen.

Met deze manier van sparen kun je gebruik maken van een aantal belastingvoordelen. Over de premie betaal je namelijk geen inkomstenbelasting en over de spaarpot die je hebt opgebouwd betaal je geen vermogensbelasting. Er is een grens hoeveel je elk jaar met deze voordelen mag sparen, dit heet je jaarruimte. Op de website van de belastingdienst kun je uitrekenen wat jouw jaarruimte is.

Dit kan een vrij ingewikkeld product zijn, laat je dus goed adviseren voordat je hiermee start.

2. Koopsompolis

Bij een koopsompolis stort je eenmalig een bedrag, soms kun je kosteloos bijstorten. De bank of verzekeraar waar dit geld staat gaat dit voor jou beleggen. Wanneer je met pensioen gaat krijg je van het opgebouwde vermogen een uitkering. Voor de koopsompolis geld ook dat je geen inkomstenbelasting over de inleg betaald en dat het niet meetelt voor de vermogensbelasting.

Dit kan een vrij ingewikkeld product zijn, laat je dus goed adviseren voordat je hiermee start.

3. Zelf sparen en beleggen

Het is natuurlijk ook mogelijk om gewoon zelf geld te sparen en te beleggen. Het voordeel hiervan is dat je precies in de hand hebt wat er met je geld gebeurd. Dit eist wel een ijzeren wil want als je nu aan dit geld zit heb je er later niets meer aan. Beleggen brengt natuurlijk ook de diverse risico’s met zich mee.

Over je spaargeld betaal je vermogensbelasting, op dit moment is dat 1,2% van het vermogen boven de drempel van ruim 21.000 euro. Als je een partner hebt is de drempel ruim 42.000 euro. Deze bedragen veranderen zodra je met pensioen gaat.

4. Hypotheek aflossen

Wanneer je een hypotheek hebt die deels aflossingsvrij is kun je extra gaan aflossen, ook bij andere hypotheekvormen is het vaak mogelijk. Op deze manier verlaag je je woonlasten als je met pensioen bent zodat je minder inkomsten nodig hebt.

Over het bedrag dat is afgelost betaal je geen rente meer, hierdoor daalt ook de hypotheekrenteaftrek die je ontvangt.

5. De overwaarde van je huis gebruiken

Indien je huis meer waard is dan je hypotheek kun je het huis verkopen. De overwaarde (de verkoopprijs min de nog te betalen hypotheek) komt dan tot je beschikking.

Je hebt dit geld natuurlijk deels nodig om jezelf in nieuwe woonruimte te voorzien, maar ga je bijvoorbeeld kleiner wonen of huren dan kun je er gebruik van maken.

6. Werken naast je pensioen

Dit is verreweg de minst populaire optie, toch zie je dit wel heel vaak. Je kunt natuurlijk ook gewoon werken na je pensionering. Dit heeft geen gevolgen voor je andere inkomsten, je betaald natuurlijk wel inkomstenbelasting maar deze is wel lager dan voor mensen die niet met pensioen zijn.

Financieel plan

Dit zijn 6 veelgebruikte manieren om je pensioen aan te vullen. Vaak lijkt de pensioenleeftijd nog erg ver weg, maar als je er niets aan doet moet je oppassen dat je niet te laat gaat opbouwen. Het maken van een financieel plan is daarom sterk aan te raden. Hiermee zie je waar je op het moment staat en kun je een degelijke beslissing naar de toekomst maken.