Een financieel plan geeft antwoord op 3 hoofdvragen:
- Hoeveel, wanneer en hoe ga ik sparen?
Bestudeer je inkomen, uitgaven en budgetten om te bepalen hoeveel je kunt sparen en bepaal waar je het beste kunt sparen. Bepaal ook waarom je gaat sparen. - Hoeveel van je spaargeld kan geïnvesteerd worden?
Bepaal hoeveel geld je kunt investeren in beleggingen, zorg er voor dat je het geld spreid en de risico’s aan kunt. Je kunt ook denken aan andere investeringen zoals zonnepanelen of een zuinigere cv ketel. - Komen er onverwachte uitgaven aan?
Bepaal hoeveel, wanneer en waarvandaan je geld nodig hebt in de toekomst. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn voor een rijbewijs van je kind of andere uitgaven.
Vraag jezelf vervolgens het volgende af:
- Welke levensstijl heb ik of wil ik? Hoeveel kan ik sparen met deze levensstijl?
- Wanneer wil je van je spaargeld gebruik maken? Is dat om eerder te stoppen met werken?
- Hoeveel risico wil je nemen met beleggen?
- Wil je geld aan iemand nalaten als je overlijdt?
- Wat wil je of heb je nog nodig?
Het helpt om te denken in “willen” en “nodig hebben”. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om langer en iets minder te sparen zodat je nog steeds dure vakanties kunt blijven doen. Of je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om meer te sparen om je doel sneller te bereiken, maar daarvoor wel dingen te laten. Door te goed te plannen kun je een balans tussen comfort en compromis vinden.
Als je een financieel plan hebt dan is het zaak om deze regelmatig na te gaan of het werkt, misschien kun je wel niet zoveel sparen als je hoopte of heb je een loonsverhoging gekregen waardoor je meer kunt sparen. Als je een werkend plan hebt kun je goed geïnformeerde keuzes maken. Bepaal ook wat je wilt doen met een bonus of onverwachte belasting teruggave. Je kunt het plan ook gebruiken om te bekijken waar je financieel staat als je bijvoorbeeld je baan verliest.
Valkuilen
Er zijn een valkuilen die je moet proberen te mijden om je plan te laten slagen. Zelfs kleine foutjes kunnen grote gevolgen hebben over de loop van meerdere jaren.
- Wees realistisch met het inschatten van investeringsresultaten.
- Calculeer verliezen op de beleggingsmarkt in.
- Vergeet je kosten, belasting en inflatie niet mee te berekenen.
- Verwacht dat je oud word.
Herzie je plan regelmatig, laat het niet liggen. - Automatiseer taken zoals het sparen en beleggen. Ontvang je zorgtoeslag? Kun je deze missen? Zorg dan dat je het automatisch spaart.
- Vraag iemand anders je plan na te kijken, een goede vriend, familie lid of een professional.